Ga naar submenu Ga naar zoekveld

Robert vertelt over Psalm 42: 'Toen voelde ik: de Heer zal uitkomst geven'

2 mei 2022 · Leestijd 3 min

Het is een hele bekende psalm over verlangen naar God: Psalm 42. Wie is er niet opgegroeid met een versie van dit lied over het hert dat verlangt naar water? Voor Robert en zijn broers van mannenkoor Salomo heeft dit lied een extra speciale betekenis. Afgelopen zaterdag vertelde hij erover in onze uitzending.

"In 2016 hij mijn vader te horen dat hij ongeneeselijk ziet was, hij had kanker. We waren toen veel bij elkaar als familie. Om te zingen en te bidden om genezing, om bekering. Op één van de avonden gingen ik met mijn broer naar de repetitie van ons koor. We zongen die avond psalm 42. In je hoofd was je thuis bij je vader, en toen zongen we vers 5. 'Maar de Heer zal uitkomst geven'. Toen voelde ik: de Heere zal uitkomst geven, de Heer regeert. Mijn vader was heel ziek, het was in de zomer, hij zou het einde van het jaar niet halen. Maar wij kregen het gevoel, de Heer regeert en staat overal boven. Wat de uitkomst ook zal zijn, die zal goed zijn. Voor hem en voor ons.'

Het wonderlijke gebeurt: de vader van Robert geneest van zijn ziekte. Nu gaat goed met hem. Psalm 42 noemen Robert en zijn broers inmiddels hun familiepsalm. 'Dat geldt ook voor ons koor. Andere koorleden hebben dit verhaal ook meebeleefd, en regelmatig wordt op koor voorgesteld om deze psalm te zingen.'

Bekijk het hele interview met Robert en zing de psalm mee.

De weergave van deze video vereist jouw toestemming voor social media cookies.

Toestemmingen aanpassen

Liedtekst

Evenals een moede hinde
naar het klare water smacht,
schreeuwt mijn ziel om God te vinden,
die ik ademloos verwacht.
Ja, ik zoek zijn aangezicht,
God van leven, God van licht.
Wanneer zal ik Hem weer loven,
juichend staan in zijn voorhoven?

't Hijgend hert, der jacht ontkomen,
Schreeuwt niet sterker naar 't genot
Van de frisse waterstromen,
Dan mijn ziel verlangt naar God.
Ja, mijn ziel dorst naar den HEER;
God des levens, ach, wanneer
Zal ik naad'ren voor Uw ogen,
In Uw huis Uw naam verhogen?

'k Denk aan U, o God, in 't klagen,
Uit de landstreek der Jordaan;
Van mijn leed doe 'k Hermon wagen;
'k Roep van 't klein gebergt' U aan.
'k Zucht, daar kolk en afgrond loeit,
Daar 't gedruis der waat'ren groeit,
Daar Uw golven, daar Uw baren
Mijn benauwde ziel vervaren.

Maar de HEER zal uitkomst geven,
Hij, die 's daags Zijn gunst gebiedt;
'k Zal in dit vertrouwen leven,
En dat melden in mijn lied;
'k Zal Zijn lof zelfs in den nacht
Zingen, daar ik Hem verwacht;
En mijn hart, wat mij moog' treffen,
Tot den God mijns levens heffen.

--:--