Ga naar zoekveld

'Waar is jullie eerste liefde gebleven?'

maandag 2 oktober 2017

Openbaring 2:1-7

Openbaring van Johannes

De komende vijf dagen neemt ds. Jurjen ten Brinke het stokje over van ds. Arie van der Veer. Hij vertelt ons over het Bijbelboek Openbaring. Daarin staat aan het begin enkele brieven die Johannes schreef aan een aantal kerken in Azië, het huidige Turkije.

Openbaring 2:1-7 - Als de apostel Johannes als balling op het eiland Patmos woont, ziet hij in een visioen een indrukwekkende verschijning. Een goddelijke gestalte doemt voor zijn ogen op. Het is Jezus Christus, uit de dood verrezen, die aan hem verschijnt.

Johannes krijgt opdracht om zeven brieven te schrijven. Zeven brieven voor de kerken in Klein Azië. Het blijkt dat men ook in de hemel op de hoogte is van alles wat er op aarde gebeurt. Want telkens weer, in elke brief, klinken de woorden: ‘Ik weet, Ik ken, Ik hoor, Ik zie.'

Bijna alle brieven beginnen met een bemoedigend woord voor de gemeenten. Eerst zegt de Heer Jezus hoe blij Hij is met wie zij zijn, wat ze doen, hun trouw, hun standvastigheid. Zo gaat God met ons om. Hij begint niet met het opnoemen van onze fouten, maar laat eerst horen en zien dat Hij van ons houdt.

Als je veel van iemand houdt, kun je ook alles zeggen. Dan komt kritiek ook heel anders over. Tegen Efeze wordt gezegd: “Dit heb Ik tegen u, dat u de liefde van weleer hebt opgegeven.” Ze hebben geen passie meer. In de kerk van Pergamum worden onjuiste dingen verkondigd. In de gemeente van Tyatira had een zekere Izebel een verderfelijke invloed. Op de levenswandel van gemeenteleden van Sardes was ook het nodige aan te merken. De kerk van Laodicea blijkt in Gods ogen een lauwe gemeente te zijn.

Jezus’ kritiek is niet mals. Elke gemeente wordt bedreigd door weer een ander gevaar. Jezus geeft ze een waarschuwing, zeg maar ‘een gele kaart’. Maar hij stuurt ze niet het veld uit. Hij zegt: ‘Ik heb tegen u…’ en dat is iets anders dan ‘Ik ben tegen u…’ Dat is Hij helemaal niet. Hij houdt van Zijn kerk. Daarom kan Hij het niet hebben dat er ook slechte dingen in de gemeente gebeuren die de gemeente kunnen opbreken.

Jezus eindigt alle brieven met dezelfde woorden: ‘Wie overwint, hem zal Ik geven…’ en dan volgt een geweldige belofte. Niemand schrijft hij af. Iedereen wordt aangemoedigd om door te gaan. Zo wil Jezus ook met jou omgaan. Christus wil ook dat jij wint. Als jij een gele kaart verdient, mag je weten dat deze niet komt van een neutrale scheidsrechter. Hij gaat je voor in de strijd. Hij leeft met je mee. Hij moedigt je aan. Hij waarschuwt je. Hij gunt jou de overwinning.

Hoe kunnen wij dan winnen? Door te luisteren naar wat de Heilige Geest zegt: ‘Word niet boos, accepteer ‘de gele kaart’, luister naar de stem van God, dan zul je winnen.’

Er wordt deze week gelezen uit de nieuwe Bijbel Dichtbij die vanaf aanstaande donderdag, 5 oktober, te verkrijgen is op shop.eo.nl

Deel deze overdenking: