Als tussen licht en donker
Liedtekst
Als tussen licht en donker
de tijd zijn stroom versnelt,
zijn wij in U verzonken,
ons hart raakt niet ontsteld,
Gij leeft en houdt de wacht,
wij hebben niets te vrezen,
de slaap zal ons genezen.
Gij waakt de ganse nacht.
Die lange nacht, die winter
doorstaan wij met geduld;
wij leven ongehinderd,
de dagen zijn vervuld,
Gij hebt het woord volbracht,
dat feilloos staat geschreven
en keert niet ijdel weder.
Uw licht komt na de nacht.
O hemellichaam Jezus,
dat ieder mens verlicht.
Wij staan in U te lezen,
Gij zijt ons vergezicht.
De dageraad breekt aan,
Uw komst is niet te keren.
Wil ons de eenvoud leren,
leer ons Uw toekomst aan.
de tijd zijn stroom versnelt,
zijn wij in U verzonken,
ons hart raakt niet ontsteld,
Gij leeft en houdt de wacht,
wij hebben niets te vrezen,
de slaap zal ons genezen.
Gij waakt de ganse nacht.
Die lange nacht, die winter
doorstaan wij met geduld;
wij leven ongehinderd,
de dagen zijn vervuld,
Gij hebt het woord volbracht,
dat feilloos staat geschreven
en keert niet ijdel weder.
Uw licht komt na de nacht.
O hemellichaam Jezus,
dat ieder mens verlicht.
Wij staan in U te lezen,
Gij zijt ons vergezicht.
De dageraad breekt aan,
Uw komst is niet te keren.
Wil ons de eenvoud leren,
leer ons Uw toekomst aan.
Informatie over dit lied
- Bundel
- Liedboek (2013)
- Kerk van uitvoering
- Grote of Sint-Laurenskerk
- Plaats van uitvoering
- Rotterdam
- Uitvoerenden
- Samenzang
- Eerste componist
- Traditional
- Taal
- Nederlands
- Thema's
- AdventHoopKerstVerwachting
- Schrijver
- Tom Naastepad