Op het Godslam rust mijn ziele
Liedtekst
Op het Godslam rust mijn ziele,
vol bewond’ring bidt zij aan;
alle, alle mijne zonden heeft
zijn zoenbloed weggedaan.
Zalig rustoord! Zoete vrede
vult mijn hart en blijft het bij;
hij in Wie God zelf kan rusten,
is het rustpunt ook voor mij.
Daar zal Hem mijn oog aanschouwen,
Hem, wiens liefde mij verkwikt;
Hem, wiens trouw mij hier geleidde,
wiens genâ mij heil beschikt.
Daar bezingen zijne liefde
duur gekochten door zijn bloed;
daar is Sions ons zaal’ geruste,
’t eind’loos loflied, ’t eeuwig goed!
vol bewond’ring bidt zij aan;
alle, alle mijne zonden heeft
zijn zoenbloed weggedaan.
Zalig rustoord! Zoete vrede
vult mijn hart en blijft het bij;
hij in Wie God zelf kan rusten,
is het rustpunt ook voor mij.
Daar zal Hem mijn oog aanschouwen,
Hem, wiens liefde mij verkwikt;
Hem, wiens trouw mij hier geleidde,
wiens genâ mij heil beschikt.
Daar bezingen zijne liefde
duur gekochten door zijn bloed;
daar is Sions ons zaal’ geruste,
’t eind’loos loflied, ’t eeuwig goed!
Informatie over dit lied
- Bundel
- Johannes de Heer
- Kerk van uitvoering
- Martinikerk
- Plaats van uitvoering
- Bolsward
- Uitvoerenden
- Undique
- Eerste componist
- J. A. van Poseck
- Arrangement
- Mark Brandwijk & Wim Magré
- Taal
- Nederlands