Psalm 116
Liedtekst
God heb ik lief,
want die getrouwe Heer
hoort mijne stem, mijn smekingen, mijn klagen.
Hij neigt zijn oor, 'k roep tot Hem al mijn dagen.
Hij schenkt mij hulp, Hij redt mij keer op keer
Ik lag gekneld in banden van de dood,
daar d'angst der hel mij alle troost deed missen;
ik was benauwd, omringd door droefenissen,
maar riep de Heer dus aan in al mijn nood.
Ik zal met vreugd’ in 't huis des Heren gaan
om daar met lof uw grote naam te danken.
Jeruzalem, gij hoort die blijde klanken
elk heff' met mij de lof des Heren aan
want die getrouwe Heer
hoort mijne stem, mijn smekingen, mijn klagen.
Hij neigt zijn oor, 'k roep tot Hem al mijn dagen.
Hij schenkt mij hulp, Hij redt mij keer op keer
Ik lag gekneld in banden van de dood,
daar d'angst der hel mij alle troost deed missen;
ik was benauwd, omringd door droefenissen,
maar riep de Heer dus aan in al mijn nood.
Ik zal met vreugd’ in 't huis des Heren gaan
om daar met lof uw grote naam te danken.
Jeruzalem, gij hoort die blijde klanken
elk heff' met mij de lof des Heren aan
Informatie over dit lied
- Bundel
- Oude berijming 1773
- Kerk van uitvoering
- Grote Kerk
- Plaats van uitvoering
- Vianen
- Dirigent
- Harm Hoeve
- Uitvoerenden
- JGK Immanuel
- Eerste componist
- Traditional
- Arrangement
- Harm Hoeve
- Taal
- Nederlands