Psalm 122
Liedtekst
Hoe sprong mijn hart hoog op in mij,
toen men mij zeide: ‘Gord u aan
om naar des Heren huis te gaan!
Kom ga met ons en doe als wij!’
Jeruzalem, dat ik bemin,
wij treden uwe poorten in,
u, Godsstad, mogen wij ontmoeten!
Jeruzalem, van ver aanschouwd,
wel saamgevoegd en welgebouwd,
o schone stede, die wij groeten.
Hoe zijn de stammen opgegaan!
Hier gingen ons de voeten voor
der pelgrims, die de Heer verkoor,
hier, waar uw heil’ge muren staan!
Jeruzalem, dat ik bemin,
wij treden uwe poorten in
naar ‘s Heren woord, om zijns naams ere!
Zo is het Israël gezegd:
hier zijn de zetels van het recht,
de troon, waar David zal regeren!
toen men mij zeide: ‘Gord u aan
om naar des Heren huis te gaan!
Kom ga met ons en doe als wij!’
Jeruzalem, dat ik bemin,
wij treden uwe poorten in,
u, Godsstad, mogen wij ontmoeten!
Jeruzalem, van ver aanschouwd,
wel saamgevoegd en welgebouwd,
o schone stede, die wij groeten.
Hoe zijn de stammen opgegaan!
Hier gingen ons de voeten voor
der pelgrims, die de Heer verkoor,
hier, waar uw heil’ge muren staan!
Jeruzalem, dat ik bemin,
wij treden uwe poorten in
naar ‘s Heren woord, om zijns naams ere!
Zo is het Israël gezegd:
hier zijn de zetels van het recht,
de troon, waar David zal regeren!
Informatie over dit lied
- Bundel
- Liedboek voor de Kerken
- Kerk van uitvoering
- Gertrudiskerk
- Plaats van uitvoering
- Bergen op Zoom
- Dirigent
- Bert Noteboom
- Uitvoerenden
- Samenzang
- Eerste componist
- Traditional
- Arrangement
- Martin Zonnenberg
- Taal
- Nederlands
- Thema's
- JeruzalemLofprijzing
- Schrijver
- Klaas Heeroma