Psalm 77
Liedtekst
Roepend om gehoor te vinden,
om bij God gehoor te vinden,
roep en smeek ik onverpoosd,
maar mijn ziel blijft ongetroost.
Nu de druk mij overmande,
hef ik tot de Heer mijn handen,
maar ’t gedenken is mij pijn,
nu ik zonder God moet zijn.
Zou de Heer zijn volk verstoten?
Heeft de toorn zijn hart gesloten?
Is zijn gunst voorgoed voorbij?
Blijft niet wat hij eenmaal zei?
Kan God zijn gena vergeten?
Heb ik steeds vergeefs geweten,
dat des Allerhoogsten kracht
stand houdt tot het laatste geslacht?
om bij God gehoor te vinden,
roep en smeek ik onverpoosd,
maar mijn ziel blijft ongetroost.
Nu de druk mij overmande,
hef ik tot de Heer mijn handen,
maar ’t gedenken is mij pijn,
nu ik zonder God moet zijn.
Zou de Heer zijn volk verstoten?
Heeft de toorn zijn hart gesloten?
Is zijn gunst voorgoed voorbij?
Blijft niet wat hij eenmaal zei?
Kan God zijn gena vergeten?
Heb ik steeds vergeefs geweten,
dat des Allerhoogsten kracht
stand houdt tot het laatste geslacht?
Informatie over dit lied
- Bundel
- Liedboek voor de Kerken
- Kerk van uitvoering
- Martinikerk
- Plaats van uitvoering
- Bolsward
- Uitvoerenden
- Samenzang
- Eerste componist
- Traditional
- Arrangement
- Martin Zonnenberg
- Taal
- Nederlands
- Schrijver
- Muus Jacobse