Psalm 89
Liedtekst
‘k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheên;
uw waarheid t’ allen tijd vermelden door mijn reên.
Ik weet, hoe ’t vast gebouw van Uwe gunstbewijzen,
naar uw gemaakt bestek, in eeuwigheid zal rijzen;
Zo min de hemel ooit uit zijnen stand zal wijken,
zo min zal uwe trouw ooit wank’len of bezwijken.
Hoe zalig is het volk, dat naar uw klanken hoort!
Zij wand’len, Heer, in ’t licht van ’t Godd’lijk aanschijn voort;
Zij zullen in uw naam zich al den dag verblijden;
Uw goedheid straalt hun toe; Uw macht schraagt hen in ’t lijden;
uw onbezweken trouw zal nooit hun val gedogen,
maar uw gerechtigheid naar uw woord verhogen.
uw waarheid t’ allen tijd vermelden door mijn reên.
Ik weet, hoe ’t vast gebouw van Uwe gunstbewijzen,
naar uw gemaakt bestek, in eeuwigheid zal rijzen;
Zo min de hemel ooit uit zijnen stand zal wijken,
zo min zal uwe trouw ooit wank’len of bezwijken.
Hoe zalig is het volk, dat naar uw klanken hoort!
Zij wand’len, Heer, in ’t licht van ’t Godd’lijk aanschijn voort;
Zij zullen in uw naam zich al den dag verblijden;
Uw goedheid straalt hun toe; Uw macht schraagt hen in ’t lijden;
uw onbezweken trouw zal nooit hun val gedogen,
maar uw gerechtigheid naar uw woord verhogen.
Informatie over dit lied
- Bundel
- Oude berijming 1773
- Kerk van uitvoering
- Augustijnenkerk
- Plaats van uitvoering
- Dordrecht
- Uitvoerenden
- Dutch Baroque
- Eerste componist
- Gerard de Wit
- Taal
- Nederlands