Wij leven van de wind
Liedtekst
Wij leven van de wind
die aanrukt uit den hoge
en heel het huis vervult
waar knieën zijn gebogen,
die doordringt in het hart,
in de verborgen hof,
en uitbreekt in een lied
en opstijgt God ten lof.
Lof, eer en prijs zij God
die troont in 't licht daarboven.
Hem, Vader, Zoon en Geest
moet heel de schepping loven.
Van Hem, de ene Heer,
gaf het verleden blijk,
het heden zingt zijn eer,
de toekomst is zijn rijk.
die aanrukt uit den hoge
en heel het huis vervult
waar knieën zijn gebogen,
die doordringt in het hart,
in de verborgen hof,
en uitbreekt in een lied
en opstijgt God ten lof.
Lof, eer en prijs zij God
die troont in 't licht daarboven.
Hem, Vader, Zoon en Geest
moet heel de schepping loven.
Van Hem, de ene Heer,
gaf het verleden blijk,
het heden zingt zijn eer,
de toekomst is zijn rijk.
Informatie over dit lied
- Bundel
- Liedboek voor de Kerken
- Kerk van uitvoering
- Sint Jacobskerk
- Plaats van uitvoering
- Vlissingen
- Dirigent
- Martin Mans
- Uitvoerenden
- Samenzang
- Eerste componist
- Johann Crüger
- Arrangement
- Joost van Belzen
- Taal
- Nederlands
- Schrijver
- Jaap Zijlstra