Onrust
Hij laat mij rusten in groene weiden en voert mij naar vredig water (Psalm 23:2)
Wij voelen ons vaak onrustig. Er blijft altijd wel wat te wensen. We zijn altijd op zoek. Hoe kunnen wij met deze onrust leren leven?
De sleutel is het werk van Jezus Christus. Hij is immers deel geworden van dit onvolmaakte bestaan. En alleen Hij kon zeggen: ‘Het is volbracht.’ Jezus Christus en Zijn werk voor ons is hét rustpunt. Hij heeft niet voor niets gezegd: ‘Kom bij Mij, jullie die vermoeid zijn. Kom bij Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht.'
Een mens krijgt zijn werk nooit af. Zijn leven blijft onvolmaakt. Maar als je gelooft, kun je aan het eind van je leven toch zeggen: ‘En zie, het was goed.’ Dankzij het geloof in Jezus Christus vinden we rust.
Fijn dat je keek naar Nederland Zingt elke dag
Morgen staat er weer een nieuwe video voor je klaar!
Bekijk eerdere overdenkingenWas deze overdenking waardevol voor jou?
Laat je waardering zien of stuur het door naar een ander. ❤️

Doorpraten?
In onze gesprekskanalen bespreken we wat ons geraakt heeft tijdens de overdenking.
Enthousiast over deze app?
Door vriend van Nederland Zingt te worden zorg jij ervoor dat we mooie overdenkingen kunnen blijven maken.
Meer overdenkingen
gisteren
Paul Visser - Jakobus (4)
14 september 2025
Paul Visser - Jakobus (3)
13 september 2025
Paul Visser - Jakobus (2)
12 september 2025
Paul Visser - Jakobus (1)
11 september 2025
Almatine Leene – Oude bronnen openen
10 september 2025
Almatine Leene – Licht in het donker
9 september 2025
Almatine Leene – De kerk als bron
8 september 2025
Almatine Leene – De put van correctie
7 september 2025
Almatine Leene – Als God je ogen opent
6 september 2025
Elsbeth Gruteke – Mattheus 15
5 september 2025
Elsbeth Gruteke – Marcus 12
4 september 2025
Elsbeth Gruteke – Johannes 21 (2)
3 september 2025
Elsbeth Gruteke – Johannes 21 (1)
2 september 2025
Elsbeth Gruteke – Johannes 10 (2)
1 september 2025
Elsbeth Gruteke – Johannes 10 (1)
15 /3164