
2 Koningen 4: [28] Toen zei de vrouw: ‘Heb ik u soms om een zoon gevraagd? Heb ik niet gezegd dat u geen valse hoop moest wekken?’ [29] Hierop zei Elisa tegen Gechazi: ‘Neem mijn staf en ga er zo snel mogelijk naartoe. Als je iemand tegenkomt, groet hem dan niet. Als iemand jou groet, zeg dan niets terug. Je moet mijn staf op de jongen leggen.’ [30] Maar de moeder van de jongen zei: ‘Zo waar de HEER leeft, en zo waar u leeft, ik ga niet zonder u.’ Toen stond Elisa op en ging met haar mee.
God van liefde, God van trouw.
Was deze overdenking waardevol voor jou?
Geef een hartje en laat andere mensen je waardering zien. ❤️

Doorpraten?
In onze gesprekskanalen bespreken we wat ons geraakt heeft tijdens de overdenking.
Enthousiast over deze app?
Door vriend van Nederland Zingt te worden zorg jij ervoor dat we mooie overdenkingen kunnen blijven maken.
Meer overdenkingen
15 /3030