Een vaste burcht Cantate deel IV
Liedtekst
Het Woord, dat zal men laten staan
en niets daarbij bedenken.
Die zelf het Woord is, voert ons aan;
zijn Geest zal krachten schenken!
Rooft men onz' eer, ons goed,
ja, vrouw of kind, ons bloed,
het baat de satan niet:
God, die ons offer ziet,
doet ons zijn rijk be-erven.
Een vaste burcht,
een vaste burcht,
is onze God!
en niets daarbij bedenken.
Die zelf het Woord is, voert ons aan;
zijn Geest zal krachten schenken!
Rooft men onz' eer, ons goed,
ja, vrouw of kind, ons bloed,
het baat de satan niet:
God, die ons offer ziet,
doet ons zijn rijk be-erven.
Een vaste burcht,
een vaste burcht,
is onze God!
Informatie over dit lied
- Kerk van uitvoering
- Bovenkerk
- Plaats van uitvoering
- Kampen
- Dirigent
- Martin Zonnenberg
- Uitvoerenden
- Reformatiekoor
- Eerste componist
- Jorrit Woudt
- Taal
- Nederlands
- Schrijver
- Anka Brands