De Here God, uw Koning

a. Jeruzalem; o eeuw’ge gouden stad, wees bereid, verwacht de komst van God, uw Heer. Ja, de Heer komt spoedig weer. Jeruzalem; o eeuw’ge gouden stad, wees bereid, verwacht de komt van God, uw Heer, ja, de Heer komt spoedig weer. De Heere God almachtig! De Heere God almachtig. De Heer God, uw Koning. Bereid de weg des Heeren; Jeruzalem. De Heere God almachtig. Jeruzalem, o eeuw’ge gouden stad, wees bereid, verwacht de komst van God, uw Heer, ja, de Heer komt spoedig weer.

Halleluja, prijst zijn naam, Halleluja, allen saam! Halleluja, allen saam! Halleluja, prijst zijn naam!

Zingt nu als nooit tevoren; laat heel de wereld horen: de Heer regeert. Laat heel de wereld horen: de Heer regeert! Zingt allen nu tezamen:

Jeruzalem; o eeuw’ge gouden stad, Wees bereid, verwacht de komst van God, uw Heer, ja, de Heer komt spoedig weer! Jeruzalem; o eeuw’ge gouden stad, wees bereid, verwacht de komst van God uw Heer. Ja, de Heer komt spoedig weer! Ja, de Heer komt spoedig weer! Ja, de Heer komt spoedig weer! Ja, de Heer komt spoedig weer!

b. De aarde en haar volheid zijn des Heren koninklijk domein, de wereld en die daarin wonen. Het land rijst uit de oceaan, rivieren breken zich ruim baan om Gods volmaakte macht te tonen.

Gij poorten, heft uw hoofd omhoog, aloude deur, maak wijd uw boog, laat uw verheven koning binnen. Wie is die vorst zo groot in eer, die sterke held? Het is de Heer, die alle macht kan overwinnen.