Nieuw Jeruzalem
Ik zit wel eens dromen over die ene dag, wanneer de Heer zal komen en ik Hem volgen mag. Naar de nieuwe hemel, het nieuw Jeruzalem, wat zal dat heerlijk zijn, dan ben ik steeds bij Hem. Ik zit te fantaseren over de glazen zee, kun je daar in zwemmen en wie doen er dan mee? Mijn opa en mijn oma, die zie ik dan ook weer, wat zal dat heerlijk zijn, zo samen bij de Heer. En daar ligt de wolf bij het lam en daar speelt het kind met een slang. Zelfs de leeuw is er tam en niemand is bang in het nieuw Jeruzalem. Ik zal het later merken, maar nu ben ik nog hier, moet nog naar school en werken, maak tussendoor plezier. Maar komt de Here Jezus, dan sta ik vooraan, wat zal dat heerlijk zijn, om met Hem mee te gaan. Want daar ligt de wolf bij het lam en daar speelt het kind met een slang. Zelfs de leeuw is er tam en niemand is bang, in het nieuw Jeruzalem. Want daar ligt de wolf bij het lam en daar speelt het kind met een slang. Zelfs de leeuw is er tam en niemand is bang, in het nieuw Jeruzalem, in het nieuw Jeruzalem.