Storm en ontij

Hoor de wind in het want ver van huis, nergens land. Diepe duisternis, stormwind en regen nergens havenlicht, nee. Woeste golven de zee, storm en ontij, niets houdt het tegen.

Nergens bakens, geen licht, maan en sterren uit zicht, angst en onrust, gebed om uw zegen.

Hoor de wind wakkert aan! Zal de schuit dit doorstaan? Zie ons aan Heer, verleen ons uw zegen. Wees het licht in de nacht. Geef ons moed, hoop en kracht. Wees nabij, stil de storm, houd haar tegen.

Nergens bakens, geen licht, maan en sterren uit zicht, angst en onrust, gebed om uw zegen.

Hoor de wind in het want ver van huis, nergens land. Diepe duisternis, stormwind en regen.

Nergens bakens, geen licht, maan en sterren uit zicht, angst en onrust, gebed om uw zegen.

Dan de wind in het want. Daar is licht, daar is land, ondanks duisternis, stormwind en regen. God is groot, Hij gaat mee, temt de kracht van de zee.

Storm en ontij, niets houdt Hem tegen. Hij is baken en licht heeft de afgrond gedicht. Hij is God, Hij is groot, allerwegen!