"Ik ben de deur"
zondag 21 mei 2017
Johannes 10:9
Altijd door dezelfde deur
Johannes 10:1-10
โIk ben de deur, wanneer iemand door Mij binnenkomt, zal hij gered worden; hij zal in en uit lopen.โ (Johannes 10:9)
In deze gelijkenis gaat het over de deur van een schaapskooi. Eigenlijk had een schaapskooi geen vaste deur. Een schaapskooi was een open ruimte met daaromheen een muur of een wal. In die muur of wal zat een opening. Als de schapen binnen waren, zat de herder in die opening. Als een soort deur. Een levende deur.
Een deur kun je zien als de overgang van het ene naar het andere gebied: van buiten naar binnen, van de gevaarlijke buitenwereld naar een veilige plek, van het alledaagse leven naar het heilige leven, van het aardse naar het hemelse.
God woont in de hemel. Bij Hem loopt een mens niet zomaar binnen. Niet alleen omdat hij dat niet mag; hij kan het ook niet. Vroeger had de tempel enorme deuren. Mensen konden ook daar niet zomaar in- en uitlopen.
Jezus noemt zichzelf de deur van een schaapskooi. De levende deur die ervoor zorgt dat de schapen โs nachts veilig zijn. Als je naar binnengaat, moet je dus eerst langs Hem. Hij telt Zijn schapen. Hij kent ze. Zijn hart is de sleutel van de deur. Als je die sleutel hebt gevonden, slaat Hij Zijn armen beschermend om je heen.
De deur naar God heet Jezus. Als je via Hem naar binnengaat, vind je bij God bescherming, veiligheid en geborgenheid. Ga je via Hem naar buiten, dan sta je sterk in het leven.
Gebed - Laat mij niets doen zonder U, Here Jezus. U bent de deur. Bij U mag ik altijd aankloppen. Amen.